In Nederland zijn we dol op huisdieren. Veel mensen bezitten dan ook het geliefde dier honden. We zijn er allemaal dol op en vinden het leuk om goed voor je dier te zorgen. Het is belangrijk dat we onze honden goed begrijpen. Honden geven veel signalen af waardoor je ze relatief gemakkelijk kunt begrijpen. Het enige wat je hiervoor hoeft te doen is kennis op te doen. Kom er ook achter wat honden te zeggen. Je zal het beter met je honden kunnen vinden omdat je ze beter begrijpt. Het is dus zeker goed om je hier in te verdiepen. Het kost niet veel tijd en is zeker de moeite waard. Iedereen zijn honden beter leren te begrijpen!

Honden geven net zoals mensen lichaamstaal af. Je kan aan de lichaamstaal van dit dier gemakkelijk herkennen hoe deze zich voelt. Zoals je vast al hebt gemerkt communiceren honden continu. Zij geven continu signalen af aan hun omgeving over hun gesteld. Dit doen ze in het bijzonder via dit. Vanaf de hondenneus tot aan de staart kun je het aflezen. Zelfs de haren van het dier kunnen iets vertellen over de gesteldheid. Wanneer je op internet zoekt naar dit bij honden dan kom je veel tegenstellingen tegen. De meningen zijn nogal verdeeld op dit gebied. Wel is men het eens over dat het bestaat. De verschillende houdingen worden alleen anders opgevat.

Het begrijpen van honden kan erg prettig zijn. Dit kan ook escalaties voorkomen. Veel signalen die honden afgeven zijn duidelijk zichtbaar. Andere signalen kunnen subtiel zijn. Of van zo’n korte duur dat je ze bijna niet kunt opvatten. Belangrijk is om de goede betekenis hiervan vast te stellen. Andere signalen die een dier afgeeft zijn duidelijk zichtbaar. Het kan soms best moeilijk zijn om de juiste betekenis van een signaal te begrijpen. Het is dan ook geen verrassingen dat er steeds meer lichaamstaal opvattingen bijkomen iedere dag. Steeds meer onderzoekers doen onderzoek naar het bedrag van honden.

De belangrijkste beweringen en fabeltjes zullen we hier bespreken. Fabel: Honden met een hoge houding zijn altijd zelfverzekerd. Dit is niet het geval. Het ligt er gewoon aan hoe het dier gebouwd is. Toch wordt dit beweerd door veel mensen. Deze denkwijze is echt te kort door de bord. Toch kan het in sommige gevallen wel opgaan. Wanneer een dier zelfverzekerd is zal hij zichzelf proberen zo groot als mogelijk te maken. Hoe groter hoe beter geldt voor dit dier. Andere zelfverzekerde honden zijn eerder ontspanning en niet onder de indruk. Juist wanneer honden willen imponeren is deze vaak onzeker. Een imponerend dier kan dus ook gewoon onzeker zijn.

Een fabeltje ook: Een dier dat kwispelt is altijd blij. Dit hoeft zeker niet altijd zo het geval te zijn. Wanneer een hond bijvoorbeeld in een gevecht beland kan die flink kwispelen met zijn staart. Dit kan ook zij tijdens de jacht bijvoorbeeld. Honden kwispelen wel vaker met de staart. Dit hoeft niet perse te duidelijk om blij gedrag. Er zijn verschillende vormen van kwispelen. Kwispelen met ontspannen spieren is bijvoorbeeld een mogelijkheid. Wanneer de kont heen en weer swingt en de staart alle kanten op zwiebelt wilt wel zeggen dat het dier blij is. Je kan dus aan een hoop van de kenmerken vaststellen hoe een hond zich voelt. Dit kan zowel positief als negatief zijn. Let goed op de signalen die honden je afgeven.

Wanneer de oren naar achter gaan staan is een dier altijd bang. Dit is zeker niet altijd het geval maar wel vaak. Wanneer ze contact willen kan dit dier ook deze houding aannemen. Honden kunnen dus deze houding aannemen wanneer ze bang zijn maar dat hoeft niet. Dit dier kan dat ook doen bijvoorbeeld wanneer die iets interessant hoort. Een fabeltje is ook dat honden die op de rug draaien bang zijn. Er zijn genoeg honden die dit doen om te ontspannen. Het hoeft dus zeker geen houding te zijn waarin het dier bang is. Wanneer de rug en nekharen van een hond overeen komen te staan kan je vergelijken met kippenvel bij mensen. Het is een reflex die vaak voorkomt uit opwinding en / of spanning. Bij het hijgen van honden kan je ook goed herkennen hoe ze zich voelen. Bij een positieve context: slappe mondhoeken, flaporen, slappe tong en zachte ogen. Bij negatieve scenario’s: opgetrokken mondhoeken, wijde ogen waarbij je het oogwit ziet, stijve tong en de oren naar achteren.